AFP - Infectie

Description

Flashcards on AFP - Infectie, created by C de Haan on 30/10/2017.
C de Haan
Flashcards by C de Haan, updated more than 1 year ago
C de Haan
Created by C de Haan about 7 years ago
58
0

Resource summary

Question Answer
Ziekte/morbus Toestand van het lichaam veroorzaakt door disfunctioneren van orgaanstelsels
Besmetting Het binnendringen van ziektekiemen
Infectie Verspreiden en vermenigvuldigen van ziektekiemen wat leidt tot ziektesymptomen
Pathogeen Ziekteverwekker
Prevalentie Het aantal gevallen per 1000 van de bevolking die op een specifiek moment ziek zijn
Incidentie Het aantal nieuwe gevallen van de aandoening in een bepaald tijdvak
Incubatietijd De tijd die verloopt tussen besmetting en infectie (geen symptomen)
Bacillendrager Iemand die gedurende lange tijd na een doorstane infectieziekte bacillen uitscheidt (niet ziek, wel besmettelijk)
Commensaal 'kostganger', in ons lichaam levende bacteriën die onder normale omstandigheden niet ziek maken
Virulentie ziekmakend vermogen van zowel virussen als bacteriën
ontstaan en soorten infectieziekten 1. Primaire infectie - porte d'entree 2. Secundaire infectie - indirect, complicatie 3. Superinfectie - infectie op infectie 4. Kruisinfectie - contactinfectie 5. Opportunistische infectie - alleen bij zeer lage weerstand
Noem de 6 besmettingswegen /of porte d'entree 1. cutaan (via de huid) 2. aërogeen (via de luchtwegen) 3. entraal (faeco) orale 4. genitaal (via de geslachtsorganen) 5. hematogeen (via het bloed) 6. verticale/horizontale besmetting (placenta naar baby)
Desinfectie het doden, inactiveren of verwijderen van ziekteverwekkende organismen
Sepsis bloedvergiftiging. zeer ziek door bacteriën die zich zelfs in de bloedbaan kunnen handhaven en vermenigvuldigen.
pyemie Elders in het lichaam vormen nieuwe abcessen na sepsis. Ziektekiemen vermeerderen zich in het bloed, verspreiden via de bloedbaan en veroorzaken op andere plaatsen in het lichaam ontstekingen
Infiltraat Ontsteking in dieper weefsel (ontstekingsvocht) en ontstekingscellen zitten massaal in de weefselspleten
Abces Een van tevoren niet bestaande holte gevuld met pus
Therapie van een abces Algemeen: ondersteunend (rust en goede verzorging) Lokaal: insnijden en zorgen voor drainage.
Empyeem Een van tevoren wel bestaande holte gevuld met pus (bijv. galblaas)
Fistel Pijpzweer. Gang naar buiten na doorbraak van een abces
Infectieziekte Besmettelijke ziekte, ziekte die ontstaat door besmetting met ziektekiemen
Bacterie - Een ééncellige organismen - Door delen kunnen ze zich zelfstandig vermenigvuldigen. - Te bestrijden met antibiotica
Virus - Een parasiet die geen eigen metabolisme heeft - niet gevoelig voor antibiotica. - Ze kunnen zich niet zelfstandig vermenigvuldigen. - Altijd een gastheer nodig (--> piraat kaapt een cel) en geeft de opdracht aan de cel nieuwe virussen aan te maken.
Protozo Een 1cellig dierlijk organisme dat behoort tot de grote groep van zoöplankton. Protozoa zijn parasieten van de mens en kunnen ernstige infecties zoals malaria, slaapziekte veroorzaken
Schimmels schimmels zijn draadvormige organismen. Ze zijn saprofyten in de natuur. Ze kunnen ook parasiteren op de mens.
Bacteriekweek kweken van bacteriën op voedingsbodem om ze te kunnen classifiseren
Resistentie Ongevoeligheid voor geneesmiddelen
Ontsteking/inflammatio Een nuttige reactie van het lichaam op beschadigt weefsel of op prikkels van buiten --> duim van Basil
Oorzaken van ontsteking Noem er 7 1. heamatoom 2. thermisch letsel 3. allergische reactie (hooikoorts) 4. immunologische oorzaken 5. chemische prikkel (zuur) 6. mechanische prikkel (ongeval) 7. ziekteverwekkers
Noem de verschijnselen van een lokale onsteking 1. Rubor: roodheid door vasodilitatie 2. Tumor: zwelling door oedeem 3. Calor: warmte door toegenomen doorbloeding en toegenomen activiteit in de cellen 4. Dolor: pijn door lokale druk op de zenuwen 5. Functio laesa: gestoorde functie
Ontstekingsmediatoren In de beschadigde weefsels gaat een 'chemisch' alarm af, er worden stoffen afgegeven: - Histamine - Prostaglandine - Serotonine - Bradykinine --> activeren de ontstekingsverschijnselen
systematische/algemene gevolgen van onsteking 1. koorts 2. malaise 3. tachycardie, snellere hartslag 4. anorexie (geen eetlust) /lusteloosheid
Vormen van onsteking 1. Catarrale ontsteking (slijmvlies) 2. Infiltratieve onsteking 3. Necrotiserende onsteking
Verschil tussen ontsteking en infectie Een infectie is altijd door ziekteverwekkers veroorzaakt en is dus overdraagbaar! Ontstekingen treden op bij iedere schadelijke prikkel. dus ook bij niet overdraagbare prikkels (duim van Basil)
Quarantaine iemand wordt er van verdacht besmettelijk te zijn wordt geïsoleerd tot dat het duidelijk is dat hij zij niet (meer) besmettelijk is.
Recidief /=recrudescentie opnieuw optreden van ziekteverschijnselen, terwijl de patient eerst genezen leek. Of optreden van een zelfde ziekteverschijnsel op een andere plaats in het lichaam
Afweer Een natuurlijke reactie van een organisme dat zich lichamelijke, geestelijk of maatschappelijk bedreigt voelt
Immunologisch systeem Dit systeem reageert op vreemde prikkels in het lichaam door specifieke cellen en antistoffen te maken om zich te beschermen
Aspecifieke afweer De verdediging is tegen alle typen antigeen/ziekteverwekkers gericht en bestaat uit twee lijnen 1. huid en slijmvliezen 2. fagocytose door leukocyten
Noem alle eerstelijns aspecifieke afweermechanismen op (horen bij huid en slijmvliezen) 1. De epidermis (laag dode huidcellen, ondoordringbaar) 2. zweet en talgklieren --> scheiden zuur af 3. speeksel, slijm in de mondholte/neusholte, tranen 4. slijm van trilhaarslijmvlies in de luchtwegen 5. Maagslijmvlies en PH2 zuuroplossing 6. Urinewegen/zoute urine 7. Slijm in de vagina, licht zuur 8. Flora op de huid en darmen, goede bacteriën scheiden stoffen af die gericht zijn op slechte bacteriën.
Wat is fagocytose (in de afweer) Door leukocyten worden ziekteverwekkers opgeruimd. ze ruimen alles op wat ziekteverwekkend is (niet specifiek)
Leukocytose Bij een ontsteking neemt de vorming van leukocyten toe, om zoveel mogelijk ziekteverwekkers onschadelijk te maken.
Leukocyten Witte bloedcellen
Specifieke afweer - Door T-cellen (T1 t/m T4) Specifiek tegen de veroorzaker van een infectie en maken geen antistoffen - B-cellen = humorale afweer Delen zich tot plasmacellen en die maken immunoglobines (antistoffen) die aan de indringer hechten en de T-cel helpen bij herkenning BEIDEN (T- en B-cellen) maken geheugencellen
Immuniteit Natuurlijk Actieve immuniteit - door het doormaken van een ziekte - niet altijd blijvend --> prikkelt de B-cellen om antistoffen de produceren Passieve immuniteit - overdracht placenta/moedermelk - gedurende 6 maanden van het leven - voor ziektes waarvan de moeder antistoffen had
Immuniteit Kustmatig Actief - door vaccinatie: toedienen van verzwakte of gedode ziektekiemen/onschadelijk gemaakte toxine. Dus in alle gevallend oor antigeen zelf. --> prikkelt de B-cellen om antistoffen de produceren Passief - Antiserum: kant-en-klare antistoffen die gemaakt zijn door een ander mens/dier (vaak gebruikt bij slangenbeten)
Antigeen Een vreemde stof/ziekteverwekker dat ons lichaam binnenkomt - voorwerpen van metaal - chemische stoffen - delen van planten - micro-organismen: bacteriën, virussen, schimmels, protozoa
lichaamstemperatuur -meten- Meten van de lichaamstemperatuur - Rectaal (via de anus) - Oraal (via de mond) - Axillair (via de oksel)
Temperatuurregulatie Dit vindt plaats in de verlengde merg en in de hypothalamus (gebied in de hersenen) - in de huid: temperatuurgevoelige sensoren - in de hersenen: temperatuur regulerende centra
Temperatuurregulatie reflexen kou 1. metabolisme stijgt sterk 2. O2 consumptie stijgt hierdoor 3. Perifere vasoconstrictie 4. spierspannig (bleek, kippenvel, rillen) 5. afname zweetsecretie
Temperatuurregulatie reflexen warmte 1. vasodilatatie 2. rode huid 3. toename zweetsecretie
Normale lichaamstemperatuur Normale lichaamstemperatuur, tussen 36,5 graden en 37,5 graden Celsius.
sub-febriele lichaamstemperatuur Tussen 37,5 en 38 graden Celsius mate van temperatuurstijging, maar TOT 38 graden
Koorts Tussen 38 en 41 graden Celsius Wanneer de lichaamstemperatuur 38 graden celsius is of HOGER
Hypertermie De lichaamstemperatuur is HOGER dan 41 graden Celsius
Hypothermie Onderkoeling/ondertemperatuur De lichaamstemperatuur is onder de 35 graden Celsius
Bouw van de huid 1. Epidermis (opperhuid) 2. Dermis (lederhuid) Subcutis onderhuidsbindweefsel (Hoort NIET bij de huid)!!
Functies van de huid 1. Bescherming (mechanisch, chemisch, biologisch (bacteriën), straling UV en uitdroging). 2. Uitscheiding Water verdamping, zout 3. Temperatuurregulatie Vasoconstrictie, vasodilatatie en transpiratie 4. Synthese van vitamine D ergosterol wordt in de huidcellen m.b.v. UV straling omgezet in vit. D 5. sensorische functie druk, pijn, tast en temperatuur
Kerntemperatuur De gemiddelde temperatuur van 37 °C noem je de kerntemperatuur. De temperatuur om de organen.
Schiltemperatuur De (lagere) temperatuur om de kerntemperatuur heen. - verder van de kern af wordt de temperatuur in het lichaam lager, armen, benen, voeten - De 'grens/overgang' veranderd bij inspanning!
Wat is een wond? Elke verbreking in de natuurlijke (en/of functionele) samenhang van een weefsel
Open wond - Huid of slijmvlies zijn beschadigd - Er is contact met de buitenwereld van dieper gelegen weefsels - Infectiegevaar - Gevaar van sepsis
Gesloten wond - Een weefselbeschadiging waarbij de huid/slijmvlies in tact zijn gebleven - Geen contact met de buitenwereld van diepere weefsels - Geen infectiegevaar
Symptomen rode wond - Wond is aan het helen - De wond is goed doorbloed - Kan oppervlakkig zijn of diep
Symptomen gele wond - Heeft vaak veel wondvocht (denk aan ontsteking) - Pus kan duiden op een ontstoken wond - Wordt veroorzaakt door een infectie - De wond moet ontsmet worden
Symptoom zwarte wond - duidt op necrotisch weefsel - necrotisch weefsel is voedingsbron voor micro-organismen - necrotisch weefsel moet weggesneden worden
Brandwonden Noem de kenmerken 1e graads - schade beperkt tot epitheel - wond is rood en pijnlijk
Brandwond 2e graads - Schade tot dermis - roodheid, blaren en veel pijn
Brandwond 3e graads - wit/bruine/zwarte verkleuring (zoals bij gekookt vlees) - necrose / gangreen treedt op (afgestorven weefsel)
Show full summary Hide full summary

Similar

SAT Exam 'Word of the Day' Set 2
SAT Prep Group
Romeo and Juliet essay
Tambo234
Biology AQA 3.1.3 Absorption
evie.daines
HISTOGRAMS
Elliot O'Leary
GCSE English Language Overview
philip.ellis
How does Shakespeare present villainy in Macbeth?
maxine.canvin
All AS Maths Equations/Calculations and Questions
natashaaaa
Function and Structure of DNA
Elena Cade
Chemistry 1
Peter Hoskins
GCSE REVISION TIMETABLE
megangeorgia03
Část 4.
Gábi Krsková