[NL A2] Verba: perfectum — Hebben of zijn?

Description

Gebruiken deze werkwoorden (verba) "hebben" of "zijn" in het perfectum? Maak de zinnen compleet met de correcte vorm van hebben of zijn.
Yatalu ⠀
Quiz by Yatalu ⠀, updated 7 months ago
Yatalu ⠀
Created by Yatalu ⠀ about 4 years ago
134
0

Resource summary

Question 1

Question
Ik [blank_start]ben[blank_end] naar mijn oma gefietst.
Answer
  • ben

Question 2

Question
Hij [blank_start]heeft[blank_end] gisteren frietjes gegeten.
Answer
  • heeft

Question 3

Question
We [blank_start]zijn[blank_end] in 2010 getrouwd.
Answer
  • zijn

Question 4

Question
[blank_start]Heb[blank_end] jij de website gelezen?
Answer
  • Heb

Question 5

Question
Waar [blank_start]bent[blank_end] u geboren?
Answer
  • bent

Question 6

Question
Wat [blank_start]heb[blank_end] je gestudeerd?
Answer
  • heb

Question 7

Question
Hij [blank_start]heeft[blank_end] de hele dag niets gedaan.
Answer
  • heeft

Question 8

Question
Anna en haar vriend [blank_start]hebben[blank_end] een auto gekocht.
Answer
  • hebben

Question 9

Question
Sorry, ik [blank_start]heb[blank_end] me vergist!
Answer
  • heb

Question 10

Question
Wat [blank_start]heb[blank_end] ik lekker geslapen, zeg!
Answer
  • heb

Question 11

Question
[blank_start]Ben[blank_end] je nog nooit in Duitsland geweest?
Answer
  • Ben

Question 12

Question
Mijn broer [blank_start]heeft[blank_end] de marathon gelopen.
Answer
  • heeft

Question 13

Question
Mijn broer [blank_start]is[blank_end] naar de supermarkt gelopen.
Answer
  • is

Question 14

Question
Dat [blank_start]heb[blank_end] ik nooit goed begrepen...
Answer
  • heb

Question 15

Question
Ik [blank_start]heb[blank_end] vandaag twee liter water gedronken.
Answer
  • heb

Question 16

Question
Mijn knie doet pijn: ik [blank_start]ben[blank_end] gevallen met de fiets.
Answer
  • ben

Question 17

Question
[blank_start]Heb[blank_end] je het al aan Willem gevraagd?
Answer
  • Heb

Question 18

Question
Ik [blank_start]ben[blank_end] op tijd vertrokken, maar ik [blank_start]ben[blank_end] toch te laat aangekomen.
Answer
  • ben
  • ben

Question 19

Question
Berend en Loes [blank_start]zijn[blank_end] in 2005 getrouwd, maar ze [blank_start]zijn[blank_end] vorig jaar gescheiden.
Answer
  • zijn
  • zijn

Question 20

Question
Valerie [blank_start]is[blank_end] mama geworden!
Answer
  • is

Question 21

Question
Waar [blank_start]ben[blank_end] je zo lang gebleven?
Answer
  • ben

Question 22

Question
Dorien [blank_start]is[blank_end] nog nooit op tijd gekomen!
Answer
  • is

Question 23

Question
Wat [blank_start]is[blank_end] er gebeurd?
Answer
  • is

Question 24

Question
Het [blank_start]is[blank_end] al zo vaak gebeurd.
Answer
  • is

Question 25

Question
We [blank_start]zijn[blank_end] nog een uurtje gebleven.
Answer
  • zijn

Question 26

Question
Mishko [blank_start]is[blank_end] recent van Nederland naar België verhuisd.
Answer
  • is

Question 27

Question
Oma [blank_start]heeft[blank_end] gisteren koekjes gebakken.
Answer
  • heeft

Question 28

Question
Onze hond [blank_start]heeft[blank_end] de hele nacht geblaft, maar de buurman [blank_start]heeft[blank_end] niets gehoord.
Answer
  • heeft
  • heeft

Question 29

Question
Rune, papa [blank_start]heeft[blank_end] gebeld. Hij [blank_start]heeft[blank_end] gevraagd of je terug kan bellen.
Answer
  • heeft
  • heeft

Question 30

Question
De kinderen [blank_start]zijn[blank_end] verschillende keren gevallen tijdens het skiën.
Answer
  • zijn

Question 31

Question
Ik [blank_start]ben[blank_end] drie centimeter gegroeid!
Answer
  • ben

Question 32

Question
Mijn tante [blank_start]is[blank_end] gestopt met werken en [blank_start]is[blank_end] rond de wereld gereisd.
Answer
  • is
  • is

Question 33

Question
Ik [blank_start]heb[blank_end] in de Kruidtuin gewandeld, en dan [blank_start]ben[blank_end] ik naar huis gewandeld.
Answer
  • heb
  • ben
Show full summary Hide full summary

Similar

[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: perfectum — Participia (soft ketchup): vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: perfectum — Participia (soft ketchup): los prefix
Yatalu ⠀
[NL A1] Pronomina: bezittelijk vnw — Noteer het vnw
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1/A2] Lidwoorden (artikels) — De of het?
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Schrijven en kiezen: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Graag — Vraag en antwoord
Yatalu ⠀
[NL A1] Syntax: graag — Correcte volgorde
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: perfectum — Participia (soft ketchup) in zinnen
Yatalu ⠀