Punt 5 OP2 Blijf gezond! in een casus benodigde interventies herkennen die de gezondheid van de volwassen mens bevorderen en daarbij rekening houden met de fysieke en sociaal-culturele omgeving van de zorgvrager

Description

Mind Map on Punt 5 OP2 Blijf gezond! in een casus benodigde interventies herkennen die de gezondheid van de volwassen mens bevorderen en daarbij rekening houden met de fysieke en sociaal-culturele omgeving van de zorgvrager, created by C de Haan on 15/01/2018.
C de Haan
Mind Map by C de Haan, updated more than 1 year ago
C de Haan
Created by C de Haan over 6 years ago
6
0

Resource summary

Punt 5 OP2 Blijf gezond! in een casus benodigde interventies herkennen die de gezondheid van de volwassen mens bevorderen en daarbij rekening houden met de fysieke en sociaal-culturele omgeving van de zorgvrager
  1. Etnische verschillen in gezondheid
    1. Gezondheidsverschillen tussen etnische groepen
      1. Verschillen in gezondheid tussen allochtonen en autochtonen werken door in de zorg aan die groepen
        1. zowel in preventieve als in curatieve zorg
        2. Determinanten van gezondheid
          1. Leefstijl
            1. roken/alcohol/voeding
              1. Fysieke omgeving
                1. arbeids- en woonomstandigheden
                  1. Sociale omgeving
                    1. sociale steun/sociaal netwerk
                      1. psychosociale stress
                        1. door ingrijpende levensgebeurtenissen
                          1. gebruik van zorg
                            1. zoals huisarts of JGZ
                    2. Veranderingen in het risicoprofiel
                      1. Convergerende ziektepatronen en bijbehorend risicoprofiel
                        1. Sterfte- en ziektepatronen van migranten gaan steeds meer lijken op die van de autochtone bevolking in gastland.
                          1. Veranderingen in risicoprofiel zijn dus mogelijk
                            1. 5 mechanismen waarmee de verdeling van specifieke risicofactoren verklaard kunnen worden
                              1. 1. Genetische kenmerken
                                1. 2. Migratiegeschiedenis
                                  1. 3. Culturele kenmerken
                                    1. 4. Etnische identiteit
                                      1. 5. Positie in het gastland
                                        1. Context waarin mensen terecht komen. Van belang zijn: sociaaleconomische positie / discriminatie / sociale participatie (meedoen)
                                        2. Mensen blijven vaak vasthouden aan oorsprong en afstamming - voelt iemand zich bijv. surinamer of nederlander? --> kan specifieke psyhosociale factoren opleveren: stress, depressie, gedragsgerelateerde factoren: roken/alcoholgebruik
                                        3. Cultuur: geheel aan normen, opvattingen en waarden die betekenis geven aan de werkelijkheid.
                                          1. Aanpassing van culturele kenmerken onder invloed van cultuur in het gastland
                                            1. assimilatie - volledige aanpassing
                                              1. integratie - onderdeel zijn van de samenleving met behoud van eigen cultuur
                                                1. separatie - vasthouden aan de eigen cultuur en geen contact zoeken met personen uit de dominante cultuur
                                                  1. marginalisatie - het contact verliezen met de zowel dominante cultuur als die van de minderheid
                                          2. Psychosociaal: migratie + voorafgaande stress. Vluchteling: voorafgaand geweld, de vlucht zelf, asielprocedure: sequentiële traumatisering --> kan invloed hebben op fysieke gezondheid: hart/vaatziekten
                                            1. Fysiek: in gastland andere omstandigheden: klimaat, voeding, infrastructuur enz. : hogere frequentie ongevallen of verdrinking
                                            2. etnische verschillen door genen/ bepaalde aandoeningen komen juist wel/niet voor. Andere reactie op medicijnen.
                              2. Gezondheidsbevordering en diversiteit
                                1. Toepasbaarheid van gangbare theorieën en modellen van gedragsverandering in een cutureel diverse praktijk
                                  1. Publieke gezondheidszorg
                                    1. de manier van organisatie van de samenleving om de gezondheid te bevorderen en ziekte te voorkomen
                                      1. zuiver biomedische interventies hebben minder invloed dan effectieve interventies voor de gehele bevolking (riolering, goede huizen enz)
                                      2. maatschappelijk draagvlak/participatie
                                        1. ontwikkeling van effectieve strategieën zijn afhankelijk van participatie
                                          1. betrokkenheid van alle partijen (gehele bevolking) nodig
                                            1. opleggen van gedrag en beleidscontrole zijn zinloos
                                              1. soms zijn cultuurspecifieke of doelgroepgerichte interventies nodig om een bepaald doel te bereiken
                                                1. hoe gedrag te beïnvloeden?
                                      3. Theorieën voor gedragsverandering
                                        1. cognitieve theorieën
                                          1. Psychologische theorieën
                                            1. Economische theorieën
                                              1. Sociaal en en culturele theorieën
                                                1. Context/omgeving van mensen is óók belangrijk
                                                  1. social support theorie
                                                    1. eerst naar de mogelijkheid kijken voor support uit eigen omgeving
                                                      1. peer education theorie
                                                        1. peer support, peer pressure is beslissend.
                                                          1. op termijn is zoiets ineffectief, gaat meer lijken op indoctrinatie van op informatieverschaffing op basis van gelijkwaardigheid.
                                                2. het is mogelijk om bepaald gedrag meerwaarde te geven, maak gedragsverandering aantrekkelijk
                                                  1. social marketing theorie
                                                    1. campagne gebaseerd op marktonderzoek. Dit concept gaat niet uit van gelijkwaardigheid. (niet iedereen kan bijvoorbeeld een product aanschaffen ivm laag inkomen)
                                                      1. kan betuttelend overkomen, wat leidt tot verzet
                                                        1. communication and persuasion-theorie
                                                          1. 'bedreigen' zal meer medewerking geven en positieve reacties uitlokken. Gebruik slogans 'AIDS KILLS'. niet gewenste resultaat/bang voor mensen met hiv
                                                            1. kan in sommige gevallen werken/roken
                                                3. naast informatie heb je ook de psychologische capaciteit nodig om een zinvolle beslissing te kunnen nemen
                                                  1. de copingtheorie
                                                    1. gaat uit van overlevingsstrategieën van individuen welke verschillende manieren hebben om met bedreigen van de gezondheid om te gaan
                                                      1. benadrukt dat er geen algemene 'recepten' zijn om gedragsverandering tot stand te brengen
                                                        1. bedanadrukt individuele benadering noodzakelijk ivm stereotypering
                                                4. wanneer mensen informatie krijgen zullen ze gedrag veranderen
                                                  1. Health belief-model
                                                    1. mensen hebben in hun levensruimte gebieden die positief/negatief/neutraal zijn.
                                                      1. campagnes/informatie ter bevordering van gedragsverandering kunnen voordelen vergroten, barriéres verkleinen, nadelen benadrukken
                                                        1. onvoldoende ruimte voor culturele aspecten van gedragsverandering
                                                          1. sociale leertheorie
                                                            1. Iemand kan zijn gedrag veranderen als hij/zij 1) de capaciteit/vaardigheden heeft 2)verwachtingen heeft tav persoonlijke vaardigheid gedrag te veranderen 3) iemand geloofd dat de uitkomsten van het gedrag tot gewenste resultaten leiden
                                                              1. Culturele aspecten blijven buiten beschouwing. Theorie gaat uit van belonen van successen. Werkt niet bij Aziatische culturen (groepsdenken)
                                                                1. theorie van beredeneerd gedrag
                                                                  1. gedrag wordt bepaald door kennis/attitude. Attitudes en subjectieve oordelen helpen bij het voorspellen van iemands intenties tot verandering, welke leiden tot bepaald gedrag
                                                                    1. er wordt geen rekening gehouden met de omgeving - cultureel/maatschappelijk ongevoelig
                                          2. Theorie in praktijk brengen
                                            1. PERCEDE-PROCEED-model
                                              1. STAP 1 - PERCEDE: vooronderzoek naar de factoren die gedrag bepalen, versterken en vergemakkelijken
                                                1. STAP 2: PROCEED: de gezondheidseducatie-interventies, het beleid, de organisatie en de regulering van de in PERCEDE gesignaleerde factoren die bepalend zijn voor het gewenste gedrag.
                                                  1. Kortom: actieonderzoek
                                                    1. bevordert, als het goed en volledig wordt gedaan, ook het verzamelen van cultuurspecifieke informatie over een desbetreffende groep en helpt planners inzicht te krijgen in hun gedrag
                                                2. stages of change model
                                                  1. ook wel transtheoretisch model genoemd.
                                                    1. maakt gebruik van alle voorgaand genoemde benaderingen, maar de mate verschilt per fase
                                                      1. Fase 1: onwetendheid (precontemplatie)
                                                        1. Fase 2: bewustwording (contemplatie)
                                                          1. Fase 3: gedragsverandering (voorbereidingsfase)
                                                            1. Fase 4: actie (uitproberen van ander gedrag)
                                                              1. Fase 5 behouden van gewenste gedrag
                                                                1. één van de populaire manieren om aan gezondheidsbevordering bij migranten te werken
                                                                  1. kan alleen niet bij gecompliceerde problematiek
                                                    2. Participatief actieonderzoek
                                                      1. voor een behoorlijke analyse wordt de onderzochte populatie betrokken (vertegenwoordigers van doelgroep, op alle niveaus in het onderzoek)
                                                        1. migranten zoeken zelf naar oplossingen om problemen aan te pakken, monitoren zelf de interventie, en sturen zelf het onderzoek bij
                                                          1. soms lastig ivm geldstromen en niet uit handen durven geven door onderzoekers
                                                Show full summary Hide full summary

                                                Similar

                                                Photosynthesis and Respiration Quiz
                                                Selam H
                                                Plant Structure and Photosynthesis
                                                mckenziedev
                                                A-level French Vocabulary
                                                Andrea Leyden
                                                A Level: English language and literature techniques = Structure
                                                Jessica 'JessieB
                                                Computing Hardware - CPU and Memory
                                                ollietablet123
                                                AQA Biology 12.1 cellular organisation
                                                Charlotte Hewson
                                                Geography: Population
                                                ameliaalice
                                                “In gaining knowledge, each area of knowledge uses a network of ways of knowing.” Discuss this statement with reference to two areas of knowledge
                                                Julianapabab
                                                DEV I Part II
                                                d owen
                                                1PR101 2.test - Část 18.
                                                Nikola Truong
                                                Mapa Mental para Resumir y Conectar Ideas
                                                Ricardo Padilla Alcantara