een politieagent ☞ twee politieagent tt( t, tt )en
een commissariaat ☞ twee commissaria aa( a, aa )ten
een politiecel ☞ twee politiecell l( ll, l )en
een alarm ☞ twee alarm mm( m, mm )en
Politieagenten hebben het recht om handboeien te gebruik kk( k, kk )en. >> infinitief: gebruik kk( k, kk )en >> 1p.enk: Ik gebruik
De politieagent loo o( oo, o )pt om een verdachte te arresteren. >> infinitief: lopen
De politieagent fouillee e( ee, e )rt een verdachte om zijn identiteit te vaststellen. >> infinitief: fouilleren